Hoofdstuk 1

Als je dwarsfluit wil leren spelen, is het van belang dat je eerst noten leert lezen. In deze cursus “dwarsfluitles voor beginners” leer je eerst de basis noten. Leer eerst noten lezen alvorens je aan de slag gaat. In les 1.5 kun je oefeningen doen om te kijken of je het snapt.

Do Re Mi Fa So La Si Do

Deze benaming gebruiken wij niet bij het muzieklezen. Do Re Mi Fa So La Si Do wordt meestal gebruikt bij zang. Dus je kunt dit voorlopig vergeten. Bij het dwarsfluit spelen kun je niet zingen J

De correcte notennamen zijn:

A B C D E F G

Je ziet dat er maar 7 benamingen zijn voor de noten, net als Do Re Mi Fa So La Si (Do is weer het begin). Het rijtje begint opnieuw wanneer je hogere noten wil spelen:

A B C D E F G A B C D E F G A B C D E F G

Noten lezen doe je met behulp van de notenbalk:

De notenbalk bestaat altijd uit 5 lijnen. Zo kun je zien welke tonen je moet spelen (welke noot het is).

De G-sleutel

De G-sleutel (ook wel vioolsleutel) wordt weergegeven als een sierletter G.

Zo ziet het eruit op de notenbalk:

Het centrale uiteinde bevindt zich op de tweede lijn van onderen; deze hoogte staat dan ook gelijk aan de noot G. Op deze manier kun je de andere noten makkelijker lezen. De G-steutel wordt gebruikt voor instrumenten met een wat hoger toonbereik, zoals natuurlijk de (dwars)fluit, maar ook voor een viool of de rechterhand bij de piano.

In deze les heb je geleerd wat een notenbalk is, waar de notenbalk voor dient en wat een G-sleutel is.

In de volgende les leer je welke noot waar komt te staan.